donderdag 4 april 2013

Dag Wandelende Tak (278),

ik leefde lang,
lang in gelukkige letters.
Tussen de regels vond ik vrienden en we
kwink;sloe-gen) elkaar op de schouders
en wanneer we dansten,
deelden we het denken dat we dansten.
Onze lichamen waren hoofden geworden waarin woorden
woonden die ons leven leefden.

In de wereld van mijn lijf en leden zag ik oude mensen. De
oude mensen bestonden uit niets dan lichamen.
Lichamen van porseleinen pijn.
Van ergens vandaan en nergens naar toe.
Uit rimpelige monden kwamen hakkelende woorden. Het leven was
geleden. De woorden woonden in cementen hoofden die wisten
dat het vroeger beter was en deden niet anders dan

zichzelf
beleefd
herhalen.

Ze
zeggen:
dat wat je ziet, word je,
de letters en de oude mensen.
Nu dans ik alleen nog
in de ee en de er en de wee en de aa en de es en de ee en
de ee en de en en de es van
er

  was

     eens

           .




 Tjielp

Geen opmerkingen:

Een reactie posten